Rond de 900.000 wintersporters boeken -normaal gesproken- ieder jaar een reis naar de wintersport waarbij Oostenrijk dé favoriete bestemming met een marktaandeel van 60%. Op de tweede en derde plek staan Frankrijk met 17 procent en Duitsland met ieder 8 procent. Niet alleen het aantal en de samenstelling van wintersporters verandert, ook gaan we voor een hele andere reden naar de wintersport 2020. Er wordt meer gekozen om te gaan wandelen dan skiën!
Weer minder wintersporters
Officieel loopt het winterseizoen van 1 oktober tot en met 29 april. De laatste jaren verliest de wintersport gestaag aan populariteit. In 2005 ging nog 1.3 miljoen Nederlanders op wintersport-vakantie maar dat aantal dook het rond de 900 duizend wintersporters in 2019. De crisis die in 2008 uitbrak versterkte deze trend.
De afgelopen jaren heeft de toenemende koopkracht niet geleid tot er meer boekingen naar het wintersportgebied. De totale bestedingen aan vakanties was gedurende de crisisjaren 2008-2013 stabiel rond de 12.5 miljard euro. De laatste paar jaren stijgt de vakantie bestedingen naar 13 miljard volgens het CBS Vooral zomervakanties in het buitenland en stedentrips stijgen harder dan de daling van de wintersportvakanties.
Jaarlijks gaan meer dan 700 duizend reizigers gaan jaarlijks naar het strand tijdens de winterperiode. Daarnaast namen ongeveer 180 duizend Nederlanders een stedentrip of rondreis.
Wintersport 2022 verandert in rap tempo
De invulling van de wintersport 2021 is rap aan het veranderen. De groep skiërs is veruit het grootst maar daalt wel in de laatste jaren van 77 procent in 2014 naar 68 procent in 2019. Het snowboarden groeit in deze periode van 11 naar 14 procent.
Ook het wandelen, groeit sterk in populariteit met groei van +4 procent naar 16 procent. De hoofdactiviteit van de groeiende groep 55-plussers op de wintersport is voor 70 procent skiën of snowboarden. Ruim 27 procent reist naar de winstersport af om te gaan wandelen of langlaufen. De verwachting is dat deze trend met meer wandelaars zich voortzet in de komende jaren.
Best duur
Het lijkt erop dat de wintersport 2020 steeds meer is weggelegd voor de Nederlanders met een hoger inkomen. Het is duur en dat zie je terug in de cijfers. Ongeveer 13 procent uit de groep van huishouden met een bruto-inkomen vanaf 2 keer modaal inkomen gaat op wintersport. Uit de groep onder model gaat nog geen 2 procent op wintersportvakantie. De categorie tussen 1 keer en 2 keer model gaat 5 procent op wintersportvakantie.
Het aantal dagen dat iemand op wintersport op vakantie gaat is 8.6 dagen en is daarmee korter dan een gemiddelde buitenlandvakantie. Deze duurt 12.9 dagen. De kosten van een wintersportdag bedragen 8 euro per persoon per dag. Ter vergelijking: een gemiddelde vakantie kost 68 euro per dag per persoon.
Auto blijft favoriete vervoersmiddel
Al een paar jaar blijft de samenstelling van het vervoersmiddel hetzelfde. De meeste wintersporters reizen per auto naar de bestemming, ongeveer 84 procent. Iets minder dan 1 op de 10 reist per touringcar en 6 procent zoekt de sneeuw-bestemming op met het vliegtuig. Ter vergelijking met een strandvakantie; ruim negen op de tien reizigers vliegt naar de zon. Ongeveer 60 procent boekt de wintersportvakantie via een reisbureau, 30 procent doet dit rechtstreeks en 5 procent gaat op goed geluk en reserveert helemaal niet.
Round up
Nederlanders houden van reizen en kiezen steeds sneller voor een strandvakantie en minder vaak voor een wintersportvakantie. Als deze trend zich doorzet zullen meer Nederlanders een strandvakantie kiezen boven de wintersportvakantie tijdens het wintersportseizoen. Eén van de oorzaken is dat de wintersport fors duurder is dan een strandvakanties. De de hoofdactiviteit op de wintersport is aan het veranderen. De dalende groep wintersporters blijft voornamelijk skiën. Wel is de trend zichtbaar dat er meer wordt gewandeld als hoofdactiviteit tijdens de wintersport als gevolg van de vergrijzing.